Op fietsvakantie? Ga goed voorbereid op pad met onze tips
Een fietsvakantie betekent ultieme vrijheid. Zit de gang er lekker in, dan fiets je nog even door. Blijkt je pauzeplek wel heel erg mooi of gezellig, dan blijf je wat langer plakken. Je komt verder dan bij een wandelvakantie en ziet veel meer van de omgeving dan bij een auto- of vliegvakantie. Ook de beleving is totaal anders. Het fietsen zelf ís het avontuur. Al je zintuigen staan aan. Je voelt de wind − mee of tegen − en ruikt het vers gemaaide gras, je ziet nog net een hertje wegspringen en hoort al van verre een specht die ergens hoog in een boom een gaatje timmert. Er is geen telefoon die je afleidt en geen to do-lijstje dat in je nek hijgt, behalve dan dat je met jezelf of met elkaar hebt afgesproken vandaag een x aantal kilometers asfalt onder je weg te trappen. Maar ook dat kun je veranderen. Het voldane gevoel na een kilometerslange inspanning is bovendien onbetaalbaar en laat elke maaltijd nóg beter smaken. Zin gekregen? Met deze tips ga je goed voorbereid op pad.
Maak afspraken over fietsafstand en aantal fietsdagen
In de euforie van ‘we gaan dit echt doen!’ kun je wat overenthousiast worden over de af te leggen afstand. Wees reëel in je reisplanning en overleg ook goed met je fietspartner. Structureel meer kilometers fietsen dan lekker is, doet afbreuk aan het fietsplezier. En daar was het nou juist om te doen. Dus kies heel bewust voor af en toe een uitdaging, dagen met wat minder kilometers en rustdagen. Daardoor kun je ook nog wat spelen met de route: tóch een stukje omfietsen omdat de gekozen weg wat saai blijkt te zijn of besluiten om bijvoorbeeld 15 kilometer voor de geplande stop de fietsen aan de kant te zetten voor een overnachting in die leuke herberg waar je onverwachts voor stond.
Kies je bestemming
De wereld ligt aan je voeten. Start je jullie fietstocht vanaf je eigen voordeur of kies je een bestemming die wat verder ligt? Het kan allemaal, want het voordeel van ‘met je fiets op vakantie gaan’ is dat je hem eenvoudig meeneemt in de trein. Je kunt daardoor besluiten je fietsvakantie in Maastricht, Parijs of Berlijn te beginnen. Zelfs eerst het vliegtuig instappen is een optie. Het maakt het mogelijk om op de meest bijzondere plekken te fietsen, zoals door Calabrië of langs de kust in Ierland. En wanneer je dan met je fiets zó de vertrek- en aankomsthal uit fietst, zit de stemming er gelijk goed in.
Trainen voor je fietsvakantie
Ga je voor het eerst op fietsvakantie en wil je gelijk helemaal naar Rome fietsen? Dat kan prima, zelfs als je ongetraind bent. Het betekent hooguit dat je er langer over doet dan Bauke Mollema om maar iemand te noemen. Verdeel de route over korte etappes en je komt ‘vanzelf’ over. Heb je daar de tijd niet voor, dan is het trainen van je beenspieren wél een goed idee. Fiets tijdens die training regelmatig wat verdere afstanden die te vergelijken zijn met de afstanden die je tijdens je fietsvakantie wilt afleggen. Ga je straks door bergachtig terrein? Dan loont het om vooraf eens een paar dagen door Limburg te trappen. Je krijgt dan gelijk een reëel beeld van wat haalbaar is op een dag en je leert je fiets goed kennen: ga je het hiermee redden naar Rome of heb je toch een fiets met meer mogelijkheden nodig?
Op de bonnefooi of strak gepland?
Het leuke aan een fietsvakantie is dat je zo flexibel bent als wat. Stippel een globale route uit en elke fietsdag zal als een relatief onbeschreven blad voor je liggen. Toch kan het handig zijn om tijdens de reisvoorbereidingen alvast per dag verschillende overnachtingsadresjes in kaart te brengen. Dan hoef je du moment dat jullie denken: het is wel best zo, niet meer online op onderzoek uit, als je telefoon bereik heeft tenminste. Tegelijkertijd geven gereserveerde overnachtingen een gerust idee (er wacht een bed op je aan het eind van de dag) en een duidelijk doel voor de komende fietsdag. Het is maar net waar je zelf de voorkeur aan geeft.
Welke fiets neem je mee op fietsvakantie?
Welke fiets geschikt is voor je fietsvakantie hangt helemaal af van de bestemming. Ben je van plan op vlak terrein te fietsen, zoals in het grootste deel van Nederland, dan voldoet de gewone stadsfiets met een paar versnellingen prima. Staat er heuvelachtig terrein op het programma, dan is een fiets met meer mogelijkheden om te schakelen naar een groter of kleiner blad aan te raden. Datzelfde geldt voor een route die vooral over verharde wegen loopt ten opzichte van een route die de off road tracks aandoet. In dat laatste geval zijn ook dikkere banden prettig die bestand zijn tegen een onregelmatige ondergrond vol wortels en stenen of grind.
Je grootste vriend onderweg: een goed zadel
Zadelpijn kan het fietsplezier danig in de weg zitten. Nou wordt zadelpijn niet alleen veroorzaakt door het type zadel, maar ook door bijvoorbeeld je houding op de fiets en je eigen gewicht. De snelste weg naar minder zadelpijn loopt via je fietsenmaker. Samen kunnen jullie je zadel aan een onderzoekje onderwerpen. Laat hem zowel de hoogte van je zadel als de afstand tussen je zadel en je stuur voor je optimaliseren. Daarnaast kan hij kijken naar je fietshouding en meten hoe je op je zadel zit. Op basis daarvan kan het zijn dat een harder of iets zachter zadel verlichting gaat geven, of een zadel met een andere vorm. Een andere winstpakker is het dragen van een fietsbroek met een zeem erin.
Misschien wel de belangrijkste tip
Na al die voorbereidingen wil je je fietsvakantie natuurlijk van begin tot eind meemaken. Misschien is de belangrijkste tip daarom: neem een goed fietsslot mee. Fietsdieven vind je helaas overal, dus parkeer je fiets steeds in het zicht en leg ‘m zoveel mogelijk aan de ketting. Dan rest je daarna alleen nog maar plezier. Geniet van elke fietskilometer, van de natuur of juist de stad waar je doorheen fietst en natuurlijk van het gezelschap van je fietskameraad. Veel fietsplezier!